vrijdag 28 december 2012


Plantweer


Als u zich afvroeg wat voor weer het op het ogenblik is, buiten, dan is hier het antwoord. Ideaal plantweer. We hadden een paar Johanniters die al een tijd lang steeds wat in de weg liepen. Moeilijk bij het maaien, moeilijk bij het spuiten, moeilijk om netten omheen te krijgen. Ook een te warme plek, sommige, zodat ze elk jaar opnieuw een week eerder rijp waren dan de rest. Met nét teveel oogst om ze dan eerder te plukken, en die trossen een paar dagen koud weg te zetten. Dus hup, naar een andere tuin dan maar. Acht jaar oude planten, dat wel, dus gaten van zeker zo'n 80 cm diep maken en dan voorzichtig, voorzichtig... En direct in een vuilniszak, de wortels, tegen het uitdrogen van de haarworteltjes (schrale wind).

Hier een foto, zo niet biodynamisch dan toch in elk geval dynamisch. Volop beweging!


De tuin is zandgrond, met de bovenste 80 cm haast potgrond, dus een kluit heb je hier niet. Voorzichtig uitschudden. Dat het kan lukken bewijst een eerdere transplantatie, van een paar jaar geleden, van 60 Solaris en wat Johanniter, op dezelfde manier. Opbrengst op de ontvangende tuin is nu zeker zo groot als op de oude.

Vaak zie je tot op een cm of 60 diep twee of drie kransen van wortels. De bovenste is dan een kransje van dauwwortels, waarmee de plant ook bij droogte het vocht dat van bovenaf komt, snel kan opnemen. Op de volgende foto zit er ook een dikke wortel helemáál bovenin, die uit de ent tevoorschijn komt. En niet uit de onderstam. Wortel van de Johanniter zelf. Laat de druifluis het niet horen! De ent zat blijkbaar te dicht bij de grond. 



Op de ontvangende tuin een diep gat met potgrond of compost onderin - geen bemeste tuinaarde of iets dergelijks, want de fijnere wortels verbranden snel.



Voorzichtig laag voor laag dichtgooien, lichtjes aanstampen en aanwateren. Daarna alle scheuten dicht bij de kop snoeien, op één oog, liefst. Dat moet nog, getuige de laatste foto.




Korte stiftjes
 
Over die korte snoei nog het volgende. Als je acht jaar oude Johanniters wilt verplanten, kan het niet anders of je pleegt, al doende, tegelijk een enorme, misschien soms zelfs te grote wortelsnoei. Om de plant dan zoveel mogelijk te sparen, kun je de kroon, de uitlopers uit de kop, inderdaad het best zo kort mogelijk aansnoeien. Alsof je allemaal reservestiftjes maakt, kun je zeggen. Dan heb je de meeste kans de kop intact te houden, en geen kale kop te krijgen met alleen toefjes van uitlopers aan het eind van te lang gelaten scheuten van vorig jaar.


Als dat laatste gebeurt, krijg je het skelet nooit meer goed. Zelfs bij twee of meer ogen heb je al vaak een te grote kans dat alleen het oog het verst weg van de kop uitloopt (vanwege de sterke wortelsnoei moet de plant kiezen), met ook dan een kale kop na volgend jaar. Zo is het eerder gegaan met sommige van een stuk of 70 Johanniters en Solarissen die we in een winter verplant hadden. Hertegewei op hertegewei, wanneer je te lange scheuten op de kop had behouden. En niets aan te doen dan een nieuwe, hogere kop beginnen op één van de nieuwe gaffels van dat gewei.
 

Overigens brengt het snoeien op alleen korte stiftjes op zich niet een groter vorstrisico met zich mee. Bevroren ogen na te sterke wintervorst of nachtvorst, zitten veel eerder midden op de boogjes of strekkers dan dicht op de kop. 


Met dank aan Gerard Menting van Blankeboom Wineries, dochteronderneming van Blankeboom Tekst voor al het betere, journalistieke schrijfwerk www.blankeboom.nl



Copyright (c) Jet Wester 2012