vrijdag 28 september 2012


Oidium II

Omdat de echte meeldauw of oidium dit jaar meer in onze wijngaarden te zien was dan andere jaren, gaan er stemmen op die zich afvragen of de schimmel misschien gemuteerd zou kunnen zijn, waardoor ook voorheen resistente(re) soorten nu voor de bijl gaan.

Een gelijksoortig voorbeeld zou zijn, dat toen de Regent uitontwikkeld was, opeens bleek dat er nóg een perostam bestond, ik meen een vierde, die in tegenstelling tot de eerdere drie, zich wél vrij makkelijk op Regent kon vestigen. De resistentie en ook de reputatie van de soort kreeg daarmee een knauw.

Er is wat ons betreft echter een groot verschil met dit voorbeeld. De 'vierde' schimmelstam die Regent belaagde bestond al - de soort was er alleen nog niet eerder aan blootgesteld. Er was dus geen sprake van een nieuwe mutatie van de schimmel, omdat Regent op het toneel verscheen.

En daar lijkt zo'n soort verklaring een beetje op: schimmels die in honderd jaar niet muteerden om bijvoorbeeld Pinot Noir of Auxerrois het leven extra moeilijk te maken - maar die nu opeens reageren op de nieuwe druivensoorten. Een soort van selectief verontwaardigde mutatie, om die dekselse Johanniter en Cortis een lesje te leren! We denken dat het zo niet werkt.

In een serieuzer jasje gestoken, weten we dat een schimmel als oidium inderdaad muteert: om zelf te overleven. De schimmel kan resistentie ontwikkelen tegen sommige bestrijdingsmiddelen (niet tegen spuitzwavel overigens).  Maar muteren om resistente gewassen te kunnen belagen lijkt een vreemde gedachte. Om een voorbeeld van buiten de druiventeelt te nemen: een Europese eik kan in september vaak wit zien van de meeldauw. Maar de beuk ernaast, of zelfs een Amerikaanse eik nooit. Wanneer de meeldauw deze actieve mutatieve 'macht' gegeven was, zou na twee miljoen jaar evolutie de hele natuur er in september wit uitzien. En hadden we in elk geval geen vitis vinifera meer over.

Op dit punt aangekomen is het probleem dat ook wij niet wetenschappelijk onderlegd zijn op dit schimmelgebied. Onze argumenten willen voornamelijk logisch, of in elk geval redelijk zijn. Het zijn er twee:

1) Het is niet goed voor te stellen dat oidium een gerichte vendetta kan voeren tegen speciaal nieuwe rassen. Als oidium muteerde om steeds agressiever te worden, zouden de klassieke rassen allang het eerst in de hoogste nood gekomen zijn. Die waren immers om te beginnen al het meest kwetsbaar, en bestaan bovendien het langst, zodat de schimmel daar ook het langst de tijd heeft gehad om nieuwe mutaties uit te knobbelen.

2) Na miljoenen jaren evolutie is er nog steeds een stabiele demarcatie tussen welke gewassen en soorten gevoelig zijn voor de schimmel, en welke niet. Europese eik wel, andere eiken, en beuken niet. Resistentie voor oidium of een gebrek daaraan mag daarom een stabiele eigenschap van het gewas genoemd worden, niet het resultaat van de vraag waar de oidium het verkiest zijn pijlen op te richten.

 

Maar wat dan wel?

Feit is wel, we schreven er over op dit weblog, dat oidium dit jaar opeens, op schadelijke wijze de kop op steekt.  Het pad van de wetenschap is echter, om voor een verklaring voor zoiets, "niet méér aan te nemen dan nodig is". Dat principe heet in wetenschappelijk jargon Occam's Razor, en is één van de pijlers van wetenschappelijk werk. Voor ons wil dat zeggen: vóór we onze toevlucht nemen tot science fiction of teenage mutant ninja turtles, kunnen we eerst eens kijken of we dichter bij huis met een verklaring kunnen komen.

Wat dat betreft kunnen we alleen voor onszelf spreken. En we zien vier factoren die in hun samenhang, bij ons tot de uitbraak van oidium geleid kunnen hebben.

Ten eerste: in de korte maar toch alweer achtjarige geschiedenis van onze wijngaard was oidium nooit een probleem. Daarom hadden we het spuitschema voor deze schimmel sterk verwaarloosd. We spoten twee keer met een oidium-middel, bij de bloei en bij het dichtgroeien der bessen - maar dan in werkelijkheid tegen de Schwarzfäule, en nieteens tegen oidium.

Ten tweede: de uitbraak van oidium in Johanniter bij ons, had zich verdekt opgesteld. De achterkant van het blad had de witte schimmelvelden, niet de voorkant. Pas toen we een blad omdraaiden schrokken we ons wild. De schimmel had daardoor al te lang z'n gang kunnen gaan.

Ten derde: de schimmel werd zichtbaar rond 15 augustus, bij hevig klassiek oidium-weer: even vochtig als (erg) warm. De echte uitbraak volgde begin september toen we opnieuw temperaturen van 25 - 28 graden hadden, nu zonder hoge lucht-vochtigheid. En ook dat is qua weer even uitzonderlijk als voor de oidium klassiek: bij de vermeerdering heeft oidium warmte nodig, liefst veel, maar niet langer ook vocht.

Ten vierde, en van een iets andere orde: we hebben nogeens nagekeken op grond waarvan een soort als Johanniter bij ons bekend staat als minder gevoelig voor oidium. Het lijkt dat men, in de studies die wij althans kennen, volstaan heeft met proefveldjes die men een paar jaar hun gang liet gaan. Peronospora of valse meeldauw bleek toen grotere, of eerdere schade aan te richten (vaak in september: bijna 'Totalbefall'). Bij zo'n opzet van de proef lijkt het logisch dat gevoeligheid voor oidium gemaskeerd wordt door de veel grotere gevoelighied voor pero. Als een blad eerder bezwijkt aan de pero, is de vraag naar de oidium-resistentie goeddeels irrelevant geworden. Je zou een proefopstelling moeten kiezen waarin gespoten wordt tegen peronospora, maar niet tegen oidium. Het lijkt ons toe dat half Nederland weleens precies díe proefopstelling gewéést kan zijn, de laatste jaren. En dat we daar nu de resultaten van binnen beginnen te krijgen.


We willen betogen - voor zover we überhaupt íets willen 'betogen': we streven immers allen naar de beste verklaringen en oplossingen - dat de genoemde factoren misschien een meer algemene geldigheid hebben dan alleen voor onze wijngaard, en onze werk- en zienswijze. Als dat zo is hebben we meer exotische verklaringen vooralsnog niet nodig.

Voor praktische maatregelen tegen een serieuze uitbraak van oidium op het blad, zie de bijdrage Oidium (echte meeldauw) in de rubriek Ziekten op dit weblog.
 

Copyright (c) Jet Wester 2012