Op reis deel I: Martin Müllen
Succes heeft in de wijnbouw veel te maken met precies weten wat je wilt, zowel in de wijngaard als in de wijnkelder. We
schreven eerder al over onze filosofie qua wijnprofiel (Riesling!) en methode (wilde
gist) in de bijdrage FTGFOP1 in de afdeling Smaak op dit weblog.
Bij het uitwerken van de ideeën hoorde - en hoort - voor ons
ook, dat we steeds ook een aantal Rieslingbedrijven in de peiling houden, als referentie naast waar we
zelf mee bezig zijn, qua smaakprofiel en ambachtelijkheid. We hebben nu twee
van zulke referentie-bedrijven, beide heel verschillend van elkaar, maar beide vertegenwoordigen
ze een aspect dat ons als voorbeeld aanspreekt. Of intrigeert. De ene referentie is
Martin Müllen in Traben-Trarbach aan
de Moezel, de andere is Weingut von
Racknitz aan het riviertje de Nahe, eveneens een zijtak van de Rijn, maar
lager op de landkaart. Binnenkort reizen we weer af naar het Duitse Rieslingland.
Vandaar in twee bijdragen onze twee Geheimtipps.
Trarbacher Hühnerberg
Martin Müllen vertegenwoordigt een voor ons heel prettige en
interessante tegenstelling, of schijnbare tegenstelling. Een paradox zogezegd. Bij het
proeven van zijn wijnen praten we met hem over muziek, en we mijmeren over de vraag of
er naast een absoluut gehoor ook zoiets als een absoluter Geschmack zou kunnen zijn. Deze wijnbouwer wekt de indruk van een fijnbesnaard musicus, komt ook uit
zo'n familie - maar tegelijkertijd heeft hij twee jaar lang elke dag zijn
kettingzaag in de auto geladen om in zijn eentje een heuvel opnieuw te
ontginnen, dichtgegroeid met naaldhout. Omdat hij wist (op grond van antieke gegevens
van 's rijks belastingen) dat deze heuvel ooit één van de allerbeste wijngaarden van de
Moezel geweest was.
De ontginning is glorieus uitgepakt - zijn Trarbacher Hühnerberg is ontvangen als
de absolute top. Müllen is links en rechts wijnbouwer van het jaar geworden, hij
wordt half doodgeknuffeld door Gault-Millau en Stuart Pigott, en de wereld
lijkt aan zijn voeten te liggen.
Klitzeklein
Maakt hem dat tot een ijdele kwast? Hij is het
waarschijnlijk meest verlegen lid van de Klitzekleine
Ring, een club van profi's en
deeltijd-profi's, die hun naam kozen als parodie op de geariveerde, elitaire Bernkasteler Ring van wijnbedrijven. De
Klitzekleine Ring is een club die laat zien dat je als wijnbedrijf geen
ballentent hoeft te zijn om topwijnen te maken. Wijngaarden aan de Moezel,
zelfs top-wijngaarden die op zich recht geven op VDP-status (de elite) kunnen
ook heel prima zonder al die poeha hun schatten prijsgeven. De Hühnerberg van
Müllen is daar zelf een voorbeeld van.
Wijnen
Het mooie is dat al dit soort tegenstellingen samenkomen,
juist in Martin Müllens wijnen zelf. Zijn wijnen zijn even bescheiden als hij
zelf is - maar ondertussen! Omdat kwaliteit op den duur niet te verstoppen is, zelfs
niet door hem, worden hij en zijn wijnen met al hun intrinsieke bescheidenheid toch
mooi op het schild geheven. Müllen zegt zelf over zijn filosofie, dat het karakter van
een wijn niet moet worden verward met lawaai. In zijn eigen woorden: "Allerdings glauben wir, dass man Ausdruck nicht mit Lautstärke
verwechseln darf." Aan luidheid
heeft hij de pest. Kettingzaag or no.
Zijn wijnen zijn terughoudend en subtiel als die van
bijvoorbeeld de alom met recht geprezen Helmut
Dönnhoff uit Oberhausen aan de Nahe (wél VDP), maar tegelijk ook 'diepgrondiger'
dan Dönnhoff. Stille wateren, immers...
O ja, Martin Müllen wijt zelf zijn succes aan zijn
wijnpersje van vóór de eerste wereldoorlog, met een soort kinderbadje eronder als
wijnopvang...
Voor wie een echt leuke ingang wil hebben tot wat er aan de Mittelmosel
gebeurt, zie http://www.klitzekleinerring.de/ en ga op bezoek bij een Mitglied.
Müllens eigen (vreselijke) website is hier: http://www.muellen.de/newsite/
P.S.: "Großes Kino!", moet je in Duitsland trouwens
roepen, als je een echte topwijn op z'n staart hebt getrapt. 't Is maar dat je het weet.
Copyright (c) Jet Wester 2012